ACTUEEL

De meest actuele onderwerpen uitgelicht

In de politiek en in de media worden vaak discussies gevoerd, hier onder de meest actuele onderwerpen met achtergrond en duiding.

Gratis kinderopvang

Het kabinet wil de kinderopvang (bijna) gratis maken voor alle werkende ouders. Voorstanders willen dit vanwege de toeslagenaffaire en zien (bijna) gratis als een belangrijk hulpmiddel voor vergroten van gelijke kansen en het verhogen van arbeidsparticipatie.

Tegenstanders zien vooral de ondoelmatige verdeling van beschikbare middelen en verwachten mogelijk kwaliteitsverlies bij een stelselwijziging. Met de huidige personeelstekorten zien zij problemen bij het realiseren van de te verwachten groei in vraag.

Betaalbaarheid en Toegankelijkheid 2023

De betaalbaarheid en toegankelijkheid van de kinderopvang staan in 2023 onder druk door dat de indexatie van het maximum uurtarief voor de kinderopvangtoeslag niet gebaseerd wordt op de werkelijke inflatiecijfers. PvdA en GroenLinks hebben een Noodplan ingediend om dit aan te pakken.

De Minister heeft op 13 december 2022 aangekondigd dat er voor 2023 toch een kleine extra verhoging komt van 0,94% voor de kinderopvangtoeslag (KOT). Daarmee komt het maximum tarief voor de KOT op € 9,06 voor dagopvang, € 7,79 voor BSO en € 6,80 voor gastouders.

  • Uit het coalitie akkoord:

    • We zorgen voor een goede start voor ieder kind op de kinderopvang, met het oog op de ontwikkeling van het kind. Zo maken we het voor ouders ook makkelijker om te werken. In stappen verhogen we de vergoeding van de kinderopvang tot 96% voor werkende ouders voor kinderen tot 12 jaar. De toeslag wordt straks direct uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen zodat ouders niet meer worden geconfronteerd met grote terugvorderingen. Op basis van de praktijkervaringen en gedragseffecten bezien we de ambitie om het vergoedingspercentage op te hogen naar 100%.

    • We voorkomen leerachterstanden bij de start door het stimuleren van de deelname van kinderen met een taalachterstand aan voor- en vroegschoolse educatie (VVE), het versterken van de kwaliteit, en de relatie tussen opvang en onderwijs te versterken. Als onderdeel van een brede aanpak van bestrijding van armoede in kwetsbare wijken door gemeenten investeren we in een rijke schooldag.

    Daarnaast wordt met ingang van 2023 het aantal uren waarvoor de kinderopvangtoeslag betaald wordt losgekoppeld van het aantal gewerkte uren. In 2022 geldt een vergoeding van het maximaal aantal uren van 140 % van het aantal uren dat de minst werkende partner werkt.

  • Het Kabinet heeft in het vooruitzicht gesteld dat vanaf 2025 de kinderopvang voor alle werkende ouders vergoed gaat worden tot 95% van het fiscaal maximum uurtarief. Dat betekent een achteruitgang van 1 % oor de laagste inkomens die nu 96% vergoed krijgen. Voor de hoogste inkomens betekent het een meevaller dik kan oplopen tot 62% van de kosten die ouders nu maken.

  • De maatschappelijke kosten voor bijna gratis kinderopvang bedraagt zeker 5,4 miljard meer dan de huidige kosten. In deze raming heeft het SCP nog geen inschatting gemaakt van de te verwachten verschuiving van informele naar formele opvang, wat door verschillende experts ingeschat wordt op circa 20 - 25 %. De vraag die gesteld wordt is of het benodigde budget inderdaad vrijgemaakt kan worden, rekening houdend met de budgettaire gevolgen van de Corona pandemie, de extra miljarden die er nodig zijn voor de energie-transitie, verhoogde defensie uitgaven, tegemoetkomingen voor inflatie en kosten door de krapte op de arbeidsmarkt.

  • Doordat ouders een hogere vergoeding krijgen, is de verwachting dat er meer ouders gebruik gaan maken van formele kinderopvang én dat er een verschuiving zal plaatsvinden van formele naar informele opvang. De schattingen zijn 20% tot 30% groei, 120.000 tot 180.000 extra kindplaatsen. Voor die uitbreiding zijn investeringen in nieuwe locaties nodig en het bijbehorende personeel.

    De krapte op de arbeidsmarkt treft ook de kinderopvangsector. De huidige tekorten zorgen voor sluitingen en uitstel van het openen van nieuwe locaties.

    Voor nieuwe locaties zal een investering van € 1 tot € 2 miljard nodig zijn, die door de sector zelf gedaan moet worden. Voor de financiering is de branche aangewezen op reserves, particuliere kapitaalverschaffers en banken en in veel gevallen een combinatie daarvan.

Personeelstekorten

De krapte op de arbeidsmarkt heeft een dubbel effect, de kinderopvang is genoodzaakt groepen of locaties te sluiten en uitbreiding uit te stellen waardoor de mogelijkheid voor ouders - ook voor diegene die in de kinderopvang (willen) werken - er geen mogelijkheid is om (meer) te gaan werken.

  • In de kinderopvang zijn momenteel ongeveer 112.000 banen. De invoering van de IKK in 2019 heeft een effect van circa 9.000 extra benodigde medewerkers vanwege het uitbreiden van het beroepskracht-kind-ratio voor babygroepen, het invoeren van de Pedagogische Beleidsmedewerker, de uitbreiding van het VE aanbod en de extra contacturen. Daarbovenop komt een hoger ziekteverzuim, door zowel Corona als de toegenomen werkdruk van 2.000 vacatures.

    Momenteel zijn er volgens het CBS halverwege 2022 circa 7.000 vacatures.

  • Naast de maatregelen die vallen onder goed goed werkgeverschap zijn er specifieke maatregelen voor de kinderopvang.

    De belangrijkste is de verruiming van de regeling voor inzet van Beroepskrachten in Opleiding (BIO). Uit onderzoek van het Expertise Centrum Kinderopvang blijkt dat het merendeel van de organisatie vermindering van het aantal vacatures ziet door deze maatregel. Hetzelfde onderzoek geeft aan dat de maatregel voor het grootste deel van de pedagogisch medewerkers geen stijging van de werkdruk met zich mee brengt én dat zij geen afname in de pedagogische kwaliteit ervaren. Het overgrote deel van de respondenten geeft aan deze maatregel graag verlengd te zien worden.

    Het Ministerie en de brancheorganisaties komen binnenkort met meer plannen om zowel de werkdruk als de tekorten aan te pakken. Hierbij wordt gekeken naar onder andere de 3-uursregeling en het berekenen van het beroepskracht-kind-ratio (BKR) per locatie in plaats van per groep. De Minister heeft in haar Kamerbrief aangegeven welke maatregelen in het verschiet liggen voor het terugdringen van de personeelstekorten in de kinderopvang. Zie ook de blog Kamerbrief aanpak personeelstekort.

    ING komt daarnaast ook met een rapport om personeelstekorten tegen te gaan: Alleen totaalaanpak personeelsschaarste verlicht groeipijnen kinderopvang

  • Veel aanbieders maken gebruik van de inzet van ZZP-ers om de problemen door de vacatures op te vangen. De kosten van ZZP-ers zijn vaak 1,5 tot 2 keer de kosten van werknemers in loondienst, afhankelijk van de regio. Het gevolg is een stijging van zeker 2 - 10 % van de personeelskosten. Personeelslasten maken zo’n 70 % van de totale kosten van kinderopvang uit, het is dan ook de verwachting dat de tarieven in 2023 fors zullen gaan stijgen.

Maximum uurtarief

Via de kinderopvangtoeslag (KOT) wordt een deel van de kosten voor ouders door de overheid vergoed. De hoogte van de KOT wordt bepaald door de hoogte van het inkomen van de werkende ouder(s), het aantal gewerkte uren (vervalt met ingang van 2023) en het uurtarief, waarvoor voor de KOT bepaling jaarlijks een maximum wordt vastgesteld.

  • In 2018 is het verbetertraject Kinderopvangtoeslag in gang gezet naar aanleiding van de toeslagenaffaire waarbij gedupeerden door, vaak onterechte, hoge terugvorderingen door de Belastingdienst in grote problemen zijn gekomen.

    Naast verbetering van communicatie, onder andere door een app en het vastleggen van proportionaliteit inde wet is vroegsignalering een belangrijk middel om het aantal terugvorderingen en nabetalingen terug te dringen.

    Voor deze vroegsignalering leveren de kinderopvangorganisaties nu maandelijks (maart 2022 90 %) de gegevens aan, zodat ouders bij grote afwijkingen een signaal krijgen hierover.

  • De inkomenstabel voor de kinderopvang toeslag wordt jaarlijks aangepast door de Minister van SZW. In het huidige stelsel krijgen de laagste inkomens tot 96 % van het maximum uurtarief vergoed. De hoogste inkomens krijgen tot 33% vergoed. Zie de tabel: Kinderopvangtoeslag 2022

    Sinds 2022 wordt de kinderopvangtoeslag berekend over een maximum van 140 % van het aantal gewerkte uren van de minst werkende partner tot een maximum van 230 uur per maand.

  • Voor 2022 zijn de maximale tarieven: Dagopvang € 8,50 per uur, BSO € 7,31 per uur en voor gastouderopvang € 6,52 per uur. De werkelijke in rekening gebrachte tarieven liggen gemiddeld hoger dan het vastgestelde maximum tarief. Het uitgangspunt bij de invoering van de Wet Kinderopvang (2005) was de dekkingsnorm van 80 % van de werkelijke tarieven. Deze norm is door de jaren heen losgelaten en was in 2019 ca. 73%. Doordat het werkelijke tarief hoger ligt dan het tarief waarvoor ouders de kinderopvangtoeslag krijgen, betalen ouders vaak meer. Hetgeen de betaalbaarheid beperkt. Voor 2022 is het maximum tarief dekkend voor circa 20 % van de dagopvang en 0 % voor BSO.

    Uit de Monitor Tarieven BKR van Bureau Buitenhek blijkt dat de stijging van de maximum uurtarieven niet kostendekkend zijn. Voor 2019 de effecten van inflatie, inzet pedagogisch medewerker (beroepskracht ratio, bkr) en CAO stijging voor dagopvang ca 4 % hoger dan de verhoging van het uurtarief. Het overgrote deel van de aanbieders heeft de stijging in kosten niet volledig doorgevoerd in de tarieven voor ouders, desondanks heeft in 2019 65 % van de aanbieders een hoger tarief dan het maximum dat wordt vergoed en in de BSO geldt dat voor 89 % van de aanbieders. Door de verdere stijging van o.a. de loonkosten vanuit de CAO voor 2020, 2021 en 2022 en door de de stijging in het ziekteverzuim vanwege de Corona pandemie zijn de aanpassingen van de maximum uurtarieven niet toereikend en wordt de 80 % norm van de Wet Kinderopvang niet gehaald.

  • Het maximum uurtarief voor de KOT stijgt per 1 januari 2023 met 5,58 % voor KDV en BSO naar € 8,97 en € 7,78 respectievelijk. Het tarief voor gastouders stijgt met 3,3 % naar € 6,73. Aldus het voorgenomen besluit van de Minister van SZW, dat in september definitief zal worden.

    Het gemiddelde uurtarief lag in het eerste kwartaal van 2022 voor KDV 3,4 % en BSO 7,9% hoger dan het maximum uurtarief. Gegeven de personeelstekorten en de veelvuldige inzet van ZZP-ers in de sector stijgen de personeelskosten voor aanbieders fors.

    Naast de stijging in personeelskosten, zorgen de hoge energiekosten, de inflatie en huurindexatie voor veel hogere lasten voor de kinderopvang aanbieders. Met als gevolg dat de tarieven harder zullen stijgen dan de voorgenomen aanpassing van het maximum uurtarief, hetgeen betekent dat ouders (nog) meer zullen moeten bijbetalen aangezien zij het deel boven het maximum tarief voor 100 % voor hun rekening krijgen. De verwachte stijging is 8,7%, waarmee de kinderopvang zelf een deel van de hogere kosten op zich neemt. Zie ook deze blog